Ik heb mijn vader aan de lijn. Ik sta eigenlijk op het punt de supermarkt in te gaan, maar ik stel het nog even uit. Het is zo gezellig. Vol enthousiasme vertel ik hem over mijn nieuwe opdracht. Ik ratel maar door en de minuten vliegen voorbij. Ik moet nu echt boodschappen doen en wens mijn vader nog een fijne dag.
Ik loop richting de ingang van de supermarkt. Opeens word ik aangesproken door een meneer. “Wat jammer dat degene met wie je zojuist belde niet kon zien hoe je erbij huppelde!” Ik begin gelijk te lachen. Zo’n onalledaagse maar zeer vriendelijke opmerking verdient mijn aandacht.
Ik kan het dan ook niet laten deze vreemdeling een verklaring te geven voor mijn gehuppel. Ik vertel hem dat ik bezig ben om de verlangens van de mensen binnen een organisatie weer een stem te geven en met elkaar te verbinden. En dat ik de verlangens van de buitenwereld hierin ook betrek. Van mens tot mens. Van hart tot hart. Ik word hier zo blij van. Ik kan aan zijn pretoogjes zien dat hij over dit onderwerp net zo enthousiast is als ik. Ik hoef dan ook niet lang te wachten op zijn reactie. Gelijk barst hij los over zijn dromen, ambities en plannen.
Inmiddels duurt ons gesprek langer dan mijn telefoongesprek met mijn vader. We wisselen gegevens uit en beloven contact te houden. Met een grote glimlach huppel ik de supermarkt in. 15 minuten daarvoor was die meneer nog een vreemde. Nu heet hij Michel en weet ik wat hem drijft.
Wat hou ik toch van dit soort gesprekken. Met vreemden en vrienden.
Dus spreek me gerust aan voor de supermarkt (of elders).
Vind ik leuk!