Wat zeg je dan tegen elkaar?

Het is een lange tijd stil geweest. Hoewel mijn leven allesbehalve heeft stil gestaan. Verdriet, verlies, vallen en opstaan gingen hand in hand met hoop, blijdschap, kansen en welslagen. Levenslessen die je je alleen met je hart eigen kunt maken. De moed die hieruit voortkomt is goudwaard. Het is het soort moed dat je dingen laat doen waar je hart sneller van gaat kloppen.

Ik vertel je graag over afgelopen zomer. Een zomer die de waan van alledag even achter zich liet…

Het is vrijdag 26 mei. Ik bel mijn moeder. Mijn moeder die naast de ziekte van Kahler nu ook Alzheimer heeft neemt verward de telefoon op. Koos, al bijna 25 jaar lang haar steun en toeverlaat, ligt ziek op bed. Ze is zoekende naar woorden om uit te leggen wat gaande is. Mijn buik trekt samen. Hier klopt iets niet. Met een tas vol eten ga ik direct haar kant op. Zelf koken lukt haar niet meer. Ik stap hun huis binnen en ga gelijk naar hun slaapkamer. Met een koortsige blik ligt hij op bed en mijn moeder zit er een beetje verloren naast. Koos vertelt dat hij longontsteking heeft en dat zijn bloedwaardes niet in orde zijn. Shit. Mijn buik had gelijk. Helaas….

Dan volgen er een hoop onderzoeken. Een ziekenhuisopname is nodig. Mijn stiefvader heeft acute leukemie en is niet meer te genezen. Er worden nog enkele pogingen gedaan om zijn leven te rekken. Maar het blijven pogingen. Inmiddels is hij heel ziek en wil hij naar huis. Zijn lichaam hoort niet meer bij hem. Het is volledig afhankelijk van onze zorgzame handen. Het enige wat hij nog heeft, is zijn hoofd waarmee hij nog zeggenschap heeft over zijn hart. Figuurlijk, maar in zijn geval ook letterlijk. Hij weet dat hij snel zal sterven, maar hij wil daar niet langer meer op wachten. Zondag 20 augustus is het zover. Het is tijd om definitief afscheid te nemen.

Wat zeg je dan tegen elkaar?

Niks is ongemakkelijker om te weten dat je elkaar daarna nooit meer ziet. Nooit meer spreekt. Nooit meer knuffelt. En toch vond iedereen de moed om te zeggen wat ze wilden zeggen. Deze ongewone situatie bood die kans. Mijn hart gloeit nog steeds na van de gesprekken die hij met ons had. Met zijn familie had. Met zijn vrienden had. Ik voel mij zo dankbaar dat ik zijn allerlaatste vaarwel heb mogen begeleiden.

Deze gesprekken doen ertoe. Ja, het is intens hartverscheurend, maar het is ook intens ‘hart-helend’. De dood verbindt het leven. En in deze tijden van extreme vervreemding, zouden we ons misschien meer moeten gaan beseffen dat we allemaal sterfelijk zijn. Dat is wat ons met elkaar op het diepste niveau verbindt. Het leven stopt een keer. De herinnering hoe je met het leven omging, is wat je achterlaat bij de levenden. Hoe relativerend zou het zijn om je zo nu en dan te beseffen welke herinnering jij achter laat.

De ervaringen van afgelopen zomer geven mij in ieder geval de moed om de kans om ongewone gesprekken te voeren minder aan het lot over te laten. Woorden te geven aan het ongemak. Betekenis te geven aan deze woorden. Vanuit die betekenis, samen herinneringen maken voor later. Een later waar lief zijn voor de wereld en het leven daarop ‘doodnormaal’ is.

Laatst hoorde ik Jan Rotmans (hoogleraar transitiekunde) zeggen: “Het verschil tussen weten en begrijpen is voelen”. Hij had het niet beter kunnen zeggen. Na deze zomer begrijp ik weer een heel klein stukje meer van het leven. Maar een beetje hoor. Ik weet nu zeker dat een ‘ongewoon’ gesprek bijdraagt. Dus zeg maar wanneer je tijd hebt. Ik sta te popelen om je te spreken. Ja, ik weet het. Mijn enthousiasme voor mooie gesprekken kan ik nou eenmaal niet onder stoelen of banken steken.

Welke knobbel heb jij?

Graag wil ik je laten kennismaken met mijn zeer goedaardige en liefhebbende knobbel. Schrik niet. Ik ben niet ziek. In tegendeel. Deze knobbel geeft mijn leven zin. Ik zou niet meer zonder kunnen.

Maar ooit dacht ik dat ik er geen had en dat had aardig wat impact. Zeker gedurende mijn schooltijd. Ik werd gezien als een kind zonder een reken- of taalknobbel. Maar ergens willen ze je wel in een hokje stoppen. Kind zonder knobbel. Daar moest ik het mee doen. Dus doe maar een jaartje over met als argument ze is nog te ‘kinderlijk’. Ahum. Als 10 jarige kon ik vaak, ten opzichte van leeftijdsgenootjes, moeiteloos kwebbelen met volwassenen. Maar ja, daar had je geen knobbel of hokje voor.

Oké. Ik moest mijzelf dus bewijzen. Gelukkig zat er in mij een bommetje wilskracht. Dus ik liet het er niet bij zitten. Met een advies voor de MAVO begon ik aan de middelbare school en eindigde ik de brugklas met een van de beste rapporten. Ik mocht van MAVO naar Atheneum. Hé, hoe kan dat nou? Ook dat past niet in een hokje. Ze waren even vergeten dat er kinderen zijn die anders zijn. Ik vergeef het ze hoor. Dat ik uiteindelijk examen HAVO deed was mijn eigen keuze. Ik wilde verpleegkundige worden. Daar had je scheikunde voor nodig. Gezien ik daar dus een ontbrekende knobbel voor had (volgens de lerares), wisselde ik van hokje. In de tussentijd had ik besloten geen verpleegkundige meer te worden. Goed. Als puber verander je nogal eens van richting. Alleen maar goed. Hoe dan ook. Ik liep vaak op mijn tenen, eiste een hoop van mijzelf en zwierf voortdurend tussen de hokjes.

Later, toen ik groot was. Mocht ik ‘zien’ dat ik toch echt wel een knobbel had. Een knobbel die mij dagelijks enorm veel plezier geeft, mij voorziet van een belegde boterham en mij iedere keer de mooiste gesprekken oplevert. Graag stel ik aan je voor: Mijn kwebbelknobbel.

Toen ik heel jong was kwebbelde ik er al op los. Voornamelijk in mijn eigen taal. Mijn vader dacht nog even dat ik niet goed kon horen. Maar blijkbaar maakte ik graag mijn eigen woorden. Dat doe ik trouwens nog steeds. 😊 Nu geef ik woorden aan het hart. En om daar te komen moet je aardig (wat) kunnen kwebbelen.

Dus. Ik pleit voor meer ruimte voor andere knobbels in het onderwijs, zodat er minder op tenen wordt gelopen en meer gezien wordt wie jij daadwerkelijk bent!

Welke knobbel heb jij?

Hier word ik zo blij van!

Maaike goed gevoel

Ik heb mijn vader aan de lijn. Ik sta eigenlijk op het punt de supermarkt in te gaan, maar ik stel het nog even uit. Het is zo gezellig. Vol enthousiasme vertel ik hem over mijn nieuwe opdracht. Ik ratel maar door en de minuten vliegen voorbij. Ik moet nu echt boodschappen doen en wens mijn vader nog een fijne dag.

Ik loop richting de ingang van de supermarkt. Opeens word ik aangesproken door een meneer. “Wat jammer dat degene met wie je zojuist belde niet kon zien hoe je erbij huppelde!” Ik begin gelijk te lachen. Zo’n onalledaagse maar zeer vriendelijke opmerking verdient mijn aandacht.

Ik kan het dan ook niet laten deze vreemdeling een verklaring te geven voor mijn gehuppel. Ik vertel hem dat ik bezig ben om de verlangens van de mensen binnen een organisatie weer een stem te geven en met elkaar te verbinden. En dat ik de verlangens van de buitenwereld hierin ook betrek. Van mens tot mens. Van hart tot hart. Ik word hier zo blij van. Ik kan aan zijn pretoogjes zien dat hij over dit onderwerp net zo enthousiast is als ik. Ik hoef dan ook niet lang te wachten op zijn reactie. Gelijk barst hij los over zijn dromen, ambities en plannen.

Inmiddels duurt ons gesprek langer dan mijn telefoongesprek met mijn vader. We wisselen gegevens uit en beloven contact te houden. Met een grote glimlach huppel ik de supermarkt in. 15 minuten daarvoor was die meneer nog een vreemde. Nu heet hij Michel en weet ik wat hem drijft.

Wat hou ik toch van dit soort gesprekken. Met vreemden en vrienden.
Dus spreek me gerust aan voor de supermarkt (of elders).
Vind ik leuk!

Zoek elkaar in de regen op!

Hoe gaat het met je? Het is zo’n allesomvattende vraag en toch zijn we geneigd ermee om te gaan als een standaard begroeting. 95% van de antwoorden kun je onderbrengen in een meerstemmig koor, dat standaard het nietszeggende antwoord: “goed hoor!” zingt. Ik betrap mijzelf er ook regelmatig op. Ik probeer het nog wel eens af te wisselen in toonhoogte, zodat ik overtuigend over kom. Vooral als het eigenlijk niet zo goed gaat.

Is het schaamte? Ontkenning? Of vind je van jezelf dat je je aanstelt door niet het gewenste antwoord te geven? Er zijn genoeg redenen te bedenken. Hoe lastig is het om helemaal open over jezelf te zijn? Je kwetsbaarheid te tonen in een wereld waar we denken dat geluk de maatstaf is. Het denkbeeld van de 21e eeuw. Maakbaar en te koop. We maken onze menselijke kant eraan ondergeschikt. Want hoe harder je eeuwig geluk nastreeft hoe verder je verwijderd raakt van het echte leven. Het echte gevoel. Het echte contact.

Recentelijk las ik een interview met Vivek Murthy. Hij was de belangrijkste gezondheidsadviseur onder president Obama. Hij verdiept zich in het onderwerp ‘eenzaamheid’. In deze tijd van social distancing nog relevanter dan ooit tevoren. Hij vreest voor wat hij noemt een sociale recessie, het uiteenvallen van de verbondenheid in de samenleving. Juist nu moeten we heel bewust die verbinding opzoeken. “Gun de ander je volledige aandacht” is zijn advies.

Ik ben het volledig met hem eens. Door te luisteren, en door het geven van mijn volledige aandacht, besta ik als ondernemer. Dagelijks geef ik onder andere liefdevol aandacht aan angst en weerstand. Ongemakkelijke gevoelens bespreekbaar maken, brengt mensen dichter bij elkaar. Als mens. Als collega. Als organisatie. Als vreemdeling. Als vriend. Een verbinding die naar mijn beleving noodzakelijk is om het polariseren in de samenleving tegen te gaan.

Maar weet je wat ook helpt? Door jezelf ook die aandacht te geven! Door niet weg te lopen met het antwoord “goed hoor”, terwijl de tranen je in je ogen prikken. Wees open over je ware gevoelens. Naar jezelf. Naar een ander. Het is zo’n mooie kwaliteit die wij als mens hebben. Door geen aandacht aan onze gevoelens te geven, “ont-mensen” we onszelf. Terwijl we juist zo’n breed palet aan gevoelens en emoties bezitten. Laten we daar trots op zijn, en ze volledig inzetten. Immers, een echte regenboog zie je pas als het regent.

Dus zoek elkaar op in de regen, dan volgen die regenbogen vanzelf.

We need space…

Maaike Rotteveel_volg je hart_we need space

… zodat we ons hart kunnen volgen.

Eigenlijk was het de bedoeling dat ik deze blog eerder zou schrijven. Maar mijn hart verlangde naar iets sterkers. “Geniet en maak extra tijd voor je dierbaren deze zomermaanden. Zeker voor je zoontje. Binnenkort gaat hij voor het eerst naar school en dan breekt er een nieuwe fase aan.”. Nu ik dit zo opschrijf, merk ik dat het me diep raakt. Want wat heb ik genoten van ons ongedwongen samenzijn om zijn eerste levensjaren te ontdekken. Ik ben oprecht blij dat ik naar mijn hart geluisterd heb.

Dit brengt mij gelijk bij mijn oproep die ik in de vorige blog plaatste: Wat betekent het volgen van je hart voor jou? Het is voor mij iets heel vanzelfsprekends, maar wanneer ik het onder woorden wil brengen, realiseer ik mij dat het niet altijd zo is. Want als het werkelijk makkelijk was, waarom hebben we er dan toch vaak zoveel moeite mee? Dankzij de waardevolle en prachtige reacties die ik heb mogen ontvangen, heb ik er toch woorden voor kunnen vinden. Dankjewel.

Letterlijk of tussen de regels door las ik iedere keer weer de vraag: “waar verlang ik nu echt naar?”. Hoewel de vraag zo simpel klinkt, ligt het antwoord opgesloten in ons binnenste. Vaak ommuurt met verwachtingen uit de buitenwereld, overtuigende angsten en hardnekkige denkbeelden. Het volgen van je hart is invulling geven aan je diepste verlangen. Het wil eruit. Het wil zich manifesteren. Het is niet plooibaar, het is er gewoon. Toch zijn we een meester in het onderdrukken van dit gevoel van verlangen. Zo word je bijvoorbeeld van kindsaf aan geleerd dat je eerst aan je verplichtingen moet voldoen, voordat je mag doen wat je zelf leuk vindt. Of blokkeer je al je gevoel na een ingrijpende gebeurtenis. Vaak vergeten we hierdoor wat we zelf echt willen. Toch is er hoop. Want zo nu en dan weet het verlangen zich door het schild van de onderdrukking door te dringen en dan sta je voor een keuze. Kies je voor je verlangen of voor je verstand?

Ook ik heb voor die keuze gestaan. Zo hield ik mijn vorige relatie in stand door mijn overtuiging dat ik er altijd voor de ander moest zijn. Ik maakte mijzelf ondergeschikt. Hierdoor raakte ik steeds meer mijzelf kwijt en doofde het gevoel in mijn binnenste. Mijn gespannen lichaam probeerde mij iets te vertellen. Maar soms ben je zelfs te blind voor die boodschap. Ik kan mij het moment nog goed herinneren dat een osteopaat tegen mij zei: “Maaike, jouw hart heeft jouw aandacht nodig”. Ik kan je vertellen dat die binnenkwam. Het leek wel alsof de volumeknop van mijn diepste verlangen op de hoogste stand werd gezet. Gelukkig heeft mijn huidige liefde een heel groot hart. Toen we net samen waren kreeg ik van hem een t-shirt van NASA met de opdruk: “I need my space” ?. 

Het volgen van je hart is doorgaans een individuele keuze, maar om erin te blijven geloven en in te slagen is het krijgen van steun, liefde en ruimte vanuit je omgeving onmisbaar. In een wereld die barst van de maatschappelijke verwachtingen om net zo te worden als de rest, vraagt het om een enorme dosis moed om te doen wat je hart je ingeeft en te zijn wie je echt daadwerkelijk bent. En eigenlijk is dat best raar. Want iemand die doet wat hij liefste doet, maakt niet alleen zichzelf gelukkiger maar juist ook de ander. Is dat niet waar het allemaal omdraait?

Laten we de boel even omdraaien. Wat als jij en ik de ‘omgeving’ zijn? Wat kunnen wij doen zodat de ander de ruimte krijgt om zijn of haar hart te volgen? En welk verschil kunnen wij maken in de omgeving van die ander? Op het werk, thuis of bij vrienden? Aan het volgen van je hart is niks zweverigs aan. Het hart staat symbool voor jouw wil, wensen en waarden. Datgene wat jouw hart sneller laat kloppen. Dus, let’s create some space together!

Ps. Heb je zin om even te luisteren waar mijn hartambitie vandaan? Even terug ben ik geïnterviewd door Marcel Lahaije voor zijn podcast serie “Unleash the hero within”. Het werd een prachtig gesprek over de weg naar het realiseren van dromen en idealen.

Wie geeft die blijft

Het lijkt op het eerste gezicht misschien wat tegenstrijdig, maar afgelopen periode heb ik ook hele mooie en hoopvolle inzichten mogen ‘ontdekken’. Kadootjes waren het. Ik nam ze dan ook liefdevol in ontvangst. Want ze waren en zijn nog steeds extra welkom om als mens en als ondernemer positief te blijven. En het leuke van deze inzichtelijke kadootjes is dat ze niet alleen door mij uitgepakt hoeven te worden. Dus graag deel ik enkele kadootjes uit. Aan jou. Misschien heb je er meteen wat aan…

Als de intentie klopt dan past de vorm zich vanzelf aan…
In het begin van deze coronacrisis leek de wereld even helemaal stil te komen staan. Ook bij mij. Ik had het gevoel dat al mijn harde werk voor niks was geweest. Ik twijfelde enorm aan mijzelf. Had ik wel de juiste keuzes gemaakt? Afgelopen weken kreeg ik antwoord op deze vraag. Ja, gelukkig kloppen mijn keuzes nog steeds. Ik maakte ze op basis van wat mijn hart mij ingaf, waardoor de intentie van deze keuzes nog steeds aansluit bij wat ik wil. Wat wel veranderd is, is de vorm waarin het zich uit. Wat ik heb mogen ervaren is dat de vorm zich aanpast aan de behoefte van het hier en nu. De kunst is om daar open voor te staan, ermee te experimenteren en het onbekende als een goede vriend uit de toekomst te zien. Ik heb afgelopen weken dingen mogen doen, die ik voorheen niet op mijn ‘lijstje’ had staan, maar wat mijn hart uiteindelijk wel sneller deed kloppen. Dat is voor mij het ultieme bewijs dat je altijd vertrouwen moet blijven hebben in het volgen van je hart.

Wie geeft die blijft
Ik heb even gedacht dat ik kopje onder ging. Natuurlijk is het nu nog steeds een beetje watertrappelen, maar langzamerhand voel ik weer een bodem onder mijn voeten. Een bodem gebaseerd op vertrouwen afkomstig van fijne relaties. Er wordt wel eens tegen mij gezegd dat ik te veel weggeef. Maar wat ik weggeef is – kort samengevat – mijn aandacht. En wat is daar mis mee…? Mijn onverdeelde aandacht voor de ander. Daarmee leer je diegene echt goed kennen en kun je veel beter aanvoelen wat zij of hij nodig heeft. Hierdoor ontstaat er een band van wederzijds vertrouwen. Vertrouwen dat aan de basis staat van langdurige, hartverwarmende relaties. En wat ik heb mogen ervaren is dat juist die relaties je overeind houden wanneer je dreigt om te vallen, die relaties ervoor zorgen dat je tegen een stootje kunt en die relaties er ook voor jou zijn in de toekomst. Dus lieve relaties en toekomstige relaties, ik blijf jullie ‘spammen’ met mijn aandacht, want wat ik altijd al wist, werkt echt zo. Wat je geeft, krijg je terug. ?



Dat valt ‘rouw’ op je dak!

[av_one_full first min_height=” vertical_alignment=’av-align-top’ space=’no_margin’ margin=’0px’ margin_sync=’true’ row_boxshadow_color=” row_boxshadow_width=’10’ link=” linktarget=” link_hover=” title_attr=” alt_attr=” padding=’0px’ padding_sync=’true’ highlight_size=’1.1′ border=” border_color=” radius=’0px’ radius_sync=’true’ column_boxshadow_color=” column_boxshadow_width=’10’ background=’bg_color’ background_color=” background_gradient_color1=” background_gradient_color2=” background_gradient_direction=’vertical’ src=” attachment=” attachment_size=” background_position=’top left’ background_repeat=’no-repeat’ animation=” mobile_breaking=” mobile_display=” av_uid=’av-k5h3u178′ custom_class=”]
[av_textblock size=” font_color=” color=” av-medium-font-size=” av-small-font-size=” av-mini-font-size=” av_uid=’av-k5gunu1l’ custom_class=” admin_preview_bg=”]
“Afscheid nemen bestaat niet…” Mooi bedacht Borsato. Ik snap wel waarom hij het zegt. Want afscheid nemen is nu eenmaal niet leuk. Mijn zoontje van drie is zich nu heel bewust van dit ‘afscheid-neem-gedoe’, maar hij heeft het nog lang niet onder de knie. Zeker wanneer hij het ergens leuk heeft gehad en ‘goedendag’ moet gaan zeggen. Drama kan ik je vertellen. Dikke tranen biggelen over zijn wangen. Ontroostbaar en intens verdrietig. We zeggen dan tegen hem: “ik weet dat het niet leuk is, ik begrijp het helemaal”. Tegen elkaar zeggen we: “hij moet het nog leren”. Maar wat moet hij eigenlijk leren? Dat hij niet zijn verdriet mag uiten? Dat hij niet boos mag zijn? Dat hij zijn gevoel moet onderdrukken?
[/av_textblock]
[/av_one_full]

[av_two_third first min_height=’av-equal-height-column’ vertical_alignment=’av-align-top’ space=” margin=’0px’ margin_sync=’true’ row_boxshadow_color=” row_boxshadow_width=’10’ link=” linktarget=” link_hover=” title_attr=” alt_attr=” padding=’0px’ padding_sync=’true’ highlight_size=’1.1′ border=” border_color=” radius=’0px’ radius_sync=’true’ column_boxshadow_color=” column_boxshadow_width=’10’ background=’bg_color’ background_color=” background_gradient_color1=” background_gradient_color2=” background_gradient_direction=’vertical’ src=” attachment=” attachment_size=” background_position=’top left’ background_repeat=’no-repeat’ animation=” mobile_breaking=” mobile_display=” av_uid=’av-k5h3vc9h’ custom_class=”]
[av_textblock size=” font_color=” color=” av-medium-font-size=” av-small-font-size=” av-mini-font-size=” av_uid=’av-k5guobbn’ custom_class=” admin_preview_bg=”]
Lastig hoor. Soms zou je zelf ook wel eens willen huilen. Toch houd je je meestal in. Behalve bij rouw. Sterfte. Ziekte. Liefde. Want zo wordt het ons geleerd.

Alleen worden we voortdurend geconfronteerd met veranderingen die ons dwingen om afscheid te nemen van het oude. Het is niet altijd iets waarvoor je zelf kiest. Kijk maar naar veranderingen binnen organisaties. Ik hoef je niet te vertellen dat er dan een hoop emotie los komt. Weerstand schittert dan op zijn best! Word er dan ook gezegd: “dat moeten ze nog leren”? Wat denk jij?

Wat zou er gebeuren als je een veranderproces ook daadwerkelijk als een rouwproces gaat zien? Wat als de mensen die het aangaan boos, verdrietig en bang mogen zijn? Ja, je mag rouwen. Het loslaten van iets wat je liever wilt vasthouden, ook al hoeft het niet perse goed te zijn, kan heel heftig zijn. Zeker wanneer het voelt alsof je hierdoor een stukje van je identiteit verliest.
[/av_textblock]
[/av_two_third]

[av_one_third min_height=” vertical_alignment=’av-align-top’ space=” margin=’0px’ margin_sync=’true’ row_boxshadow_color=” row_boxshadow_width=’10’ link=” linktarget=” link_hover=” title_attr=” alt_attr=” padding=’4px’ padding_sync=’true’ highlight_size=’1.1′ border=’1′ border_color=’#727272′ radius=’0px’ radius_sync=’true’ column_boxshadow_color=” column_boxshadow_width=’10’ background=’bg_color’ background_color=” background_gradient_color1=” background_gradient_color2=” background_gradient_direction=’vertical’ src=” attachment=” attachment_size=” background_position=’top left’ background_repeat=’no-repeat’ animation=” mobile_breaking=” mobile_display=” av_uid=’av-k5gupt23′ custom_class=”]
[av_image src=’https://makeyourmission.nl/wp-content/uploads/2019/10/smartmockups_k0mgzaui-e1570020026613-495×400.jpg’ attachment=’2684′ attachment_size=’portfolio’ align=’center’ styling=” hover=” link=” target=” caption=” font_size=” appearance=” overlay_opacity=’0.4′ overlay_color=’#000000′ overlay_text_color=’#ffffff’ copyright=” animation=’no-animation’ av_uid=’av-k5guqmhy’ custom_class=” admin_preview_bg=”][/av_image]

[av_textblock size=” font_color=” color=” av-medium-font-size=” av-small-font-size=” av-mini-font-size=” av_uid=’av-k5guv3s9′ custom_class=” admin_preview_bg=”]

Heb jij mijn gratis e-book Vergroot je impact al gelezen? Hierin maak je kennis met 5 wijsheden die je helpen om te gaan met weerstand.

[av_button label=’Vraag hier het e-book aan’ link=’manually,https://makeyourmission.nl/aanvragen-e-book-vergroot-je-impact/’ link_target=” size=’small’ position=’center’ label_display=” icon_select=’no’ icon=’ue800′ font=’entypo-fontello’ color=’theme-color-highlight’ custom_bg=’#444444′ custom_font=’#ffffff’ av_uid=’av-22y3sl’ custom_class=” admin_preview_bg=”]
[/av_textblock]
[/av_one_third]

[av_one_full first min_height=” vertical_alignment=’av-align-top’ space=’no_margin’ margin=’0px’ margin_sync=’true’ row_boxshadow_color=” row_boxshadow_width=’10’ link=” linktarget=” link_hover=” title_attr=” alt_attr=” padding=’0px’ padding_sync=’true’ highlight_size=’1.1′ border=” border_color=” radius=’0px’ radius_sync=’true’ column_boxshadow_color=” column_boxshadow_width=’10’ background=’bg_color’ background_color=” background_gradient_color1=” background_gradient_color2=” background_gradient_direction=’vertical’ src=” attachment=” attachment_size=” background_position=’top left’ background_repeat=’no-repeat’ animation=” mobile_breaking=” mobile_display=” av_uid=’av-k5h3zju8′ custom_class=”]
[av_textblock size=” font_color=” color=” av-medium-font-size=” av-small-font-size=” av-mini-font-size=” av_uid=’av-k5guhpay’ custom_class=” admin_preview_bg=”]
Psychiater Elizabeth Kübler Ross (1926-2004) onderzocht hoe mensen omgaan met ingrijpende gebeurtenissen en ervaring van verlies. Ze onderscheidt vijf fases van rouwverwerking: ontkenning, woede, onderhandelen, depressie en aanvaarding. Dit model wordt ook vaak gebruikt in het duiden van de weerstand bij een organisatieverandering. Uiteraard doorloopt niet iedereen exact al deze fases. Het geeft je in ieder geval een overzicht van de emoties waarmee mensen (kunnen) worstelen tijdens een verandering in hun organisatie of werkomgeving. Wanneer je daar oprecht aandacht voor hebt, kun je ze beter helpen om afscheid te nemen van de oude situatie.
Bijzondere opname uit 1981: Kübler Ross spreekt een groep studenten toe over “death & suicide”.

Afscheid nemen bestaat dus wel degelijk. Door de jaren heen ben ik ietsje wijzer geworden over de manier waarop je hiermee om kunt gaan. Ik heb al veel kunnen oefenen, zeg maar. Makkelijk wordt het nooit. Maar het laat je nog meer beseffen hoe waardevol dingen zijn. En daar afscheid van nemen is alleen maar mooi. Dat is wat ik mijn zoontje leer!

PS. Wil jij meer weten hoe je om kunt gaan met ‘rouwende mensen’ in je organisatie, vraag dan een gratis Vergroot -je-impact-sessie aan. Het kost je alleen een beetje van je tijd en het levert je waardevolle inzichten op. Ik geef per maand 5 gratis sessies weg, dus gun jezelf die kans.
[/av_textblock]

[av_button label=’Vraag gratis sessie aan’ link=’manually,http://aanvragen-vergroot-je-impact-sessie’ link_target=” size=’small’ position=’center’ label_display=” icon_select=’no’ icon=’ue800′ font=’entypo-fontello’ color=’theme-color-highlight’ custom_bg=’#444444′ custom_font=’#ffffff’ av_uid=’av-k5guj3ue’ custom_class=” admin_preview_bg=”]
[/av_one_full]

Bouw niet het huis van de toekomst, maar bouw de toekomst van het huis

Reflectieverslag try-out workshop “gedrag en transities” van DRIFT

Het is inmiddels weer enkele jaren geleden dat ik de Masterclass Transitiemanagement bij DRIFT volgde. DRIFT is een onderzoeksinstituut binnen het veld van duurzaamheidstransities verbonden aan de Erasmus Universiteit. Wat mij achteraf het meeste bijbleef is waarom het altijd zo lastig is om mensen daadwerkelijk in beweging te krijgen richting een duurzame wereld. En blijkbaar was ik niet de enige. DRIFT krijgt al jarenlang vragen gesteld als; “Hoe krijg ik nu voor elkaar dat ik uit de experimenteerfase kom en dat het ook door de massa gedragen wordt?”. De mensen van DRIFT startten een jaar geleden een onderzoek of je met gedragsinterventies het verloop van transities kunt beïnvloeden. Dinsdag 8 oktober deelden zij hun bevindingen met mij en 15 andere alumni tijdens een try-out workshop. Ik ging met een verwarrend waardevol gevoel naar huis. Dat betekent dat het geslaagd was. Dit gevoel prikkelt mij namelijk om mijn hersens hierover eens flink te laten kraken. Het is immers een onderwerp waar ik helemaal mijn ‘enthousiaste ei’ in kwijt kan. Hieronder het resultaat van al dat gekraak.

Gedrag, is dat meer dan alleen het zichtbare?
Als we over gedrag spreken hebben we het dan alleen over een waarneembare reeks van handelingen die zowel bewust als onbewust uitgevoerd worden? Of hoort bij de definitie van gedrag ook het denken en voelen? Tijdens de workshop waren de meningen hierover verdeeld. Het hangt er van af hoe je er tegen aankijkt: als je je vooral wil richten op wat direct waarneembaar is, beperk je je tot de handelingen zelf. Maar zodra je het aspect van beweegredenen wil meenemen, dien je rekening te houden met diverse factoren die zich binnen en buiten de persoon afspelen. Het gaat om zowel externe ervaringen als interne gedachtes. Voorbeeld: iemand zegt tegen jou dat jij waardeloos bent of jij denkt dat je waardeloos bent. Beide roepen gevoelens op die we als echt ervaren en waarop we reageren. Ik denk dat we daarom gedrag niet enkel als een waarneembare activiteit moeten zien. Willen we gedrag binnen transities kunnen begrijpen en vervolgens beïnvloeden met interventies dan is van belang om je zowel op de externe als de interne gebeurtenissen te richten. Interventies zijn in mijn optiek pas effectief als ze ook gericht zijn op de interne gevoelswereld van iemand met de intentie om zijn of haar ‘functioneren’ te veranderen. Emotion creëert motion.

Gedragsbeïnvloeding vraagt om bereidheid
Wat naar mijn mening ook van belang is om mee te nemen in dit vraagstuk is dat wij mensen een natuurlijke neiging hebben om overal controle over te willen hebben. Over onze eigen gedachten en gevoelens. Over ons gedrag. Over het gedrag van anderen. Maar als we ergens weinig controle over hebben is dat juist ons gedrag. Slechts 5% is rationeel. De overige 95% verloopt onbewust. Om ons gedrag te wijzigen is dus een enorme dosis inzet van binnenuit nodig om dat volledig bewust te kunnen doen. De bereidheid daartoe ontstaat pas wanneer de verandering een gewenst doel nastreeft die voldoening geeft en we een bepaalde mate van noodzaak ervaren. Dat laatste werd onlangs geïllustreerd in een artikel van de Correspondent over o.a. de relatie tussen veerkracht en klimaatverandering:

In het najaar van 2014 ging een groep Britse psychologen aan de slag om emotionele gevolgen van extreem weer te onderzoeken. Ze wilden weten wie er na de winterstormen onder stress en angst gebukt ging, maar ook wilden ze weten wie weerbaar was, veerkrachtig: wie er, mentaal gezien, snel weer bovenop was. Ze vroegen hun landgenoten ook meteen maar in hoeverre zij van plan waren maatregelen te nemen om klimaatverandering tegen te gaan – om, bijvoorbeeld, de auto wat vaker te laten staan, of over te stappen op groene stroom. 

Er bleek een (niet zo verrassend) verband te bestaan tussen weerbaarheid en positieve emoties: hoe meer iemand het idee had ongeschonden uit de storm te zijn gekomen, hoe minder die persoon last had van stress of angst. Wie zich veerkrachtig voelde ten opzichte van de gevolgen van extreem weer, voelde zich minder genoodzaakt de oorzaken ervan aan te pakken. Maar de onderzoekers vonden óók een verband tussen negatieve emoties en de bereidheid iets te doen tegen klimaatverandering. Hoe meer iemand werd geplaagd door stress of angst, hoe groter die bereidheid werd. “

(Bron: https://decorrespondent.nl/10607/het-antwoord-op-stress-klimaatverandering-en-alles-ertussenin-weerbaarheid-en-veerkracht/4191905333495-bd35e13c)

Op je kop gaan staan is niet voldoende
Is dit een verrassende conclusie? Voor mij niet zo. Mijn ervaring met gedragsinterventies is dat een interventie bij een persoon alleen effect heeft wanneer er al van binnenuit een zaadje is ontkiemd van bereidheid…Hij/zij voelt zich zo ongelukkig met de huidige situatie dat hij/zij wil er iets aan doen. Als dat niet zo is dan kun je op je kop gaan staan, de meest gekke toeren uithalen en wellicht op korte termijn een ‘verandering’ ervaren. Maar de gewilde transformatie blijft op langere termijn uit. De wens om een ander gedrag te vertonen is dus iets wat heel bewust door diegene zelf gedacht en gevoeld moet worden. Bovendien is het onmogelijk om continu iemands gedrag te observeren en indien nodig bij te sturen.

De context maakt het complex
Kun je het verloop van transities beïnvloeden met gedragsinterventies?
Wellicht is het haast onmogelijk om hier een concreet antwoord op te geven. Anders konden de mensen van DRIFT hier al lang een antwoord op geven, gezien zij zich al jaren richten op het verloop van transities. Er is ook zoveel te lezen over gedragsbeïnvloeding, dat het mij soms gaat duizelen. Er zijn theorieën met bijbehorende interventies waar ik mij niet in kan vinden en bij andere ervaar ik een halleluja moment. Ieders opvatting over gedragsbeïnvloeding is dus ook iets persoonlijks. Het is afhankelijk van de manier hoe jij in het leven staat en waar je dus ontvankelijk voor bent. Anders hadden we wel voldoende aan de klassieke gedragstherapie, toch? Bovendien heb je te maken met collectieve gedragsinterventies en die zijn vele malen complexer dan individuele interventies. Het begint al met het in kaart brengen van de aanwezigheid van bereidheid. Collectieve interventies zijn ingrepen die vaak ongevraagd worden uitgevoerd. Als je dus niet inspeelt of rekening houdt met interne behoeftes en verlangens van het collectief, zal de bereidheid wellicht eerder afnemen dan toenemen. Daarnaast is het ook afhankelijk van wie de ‘eigenaar’ is van de interventie? Is het een autoriteit die je vertrouwt of een uiting van macht die je wantrouwt? Hoe dan ook lijkt het mij haast onmogelijk om generieke interventies te bedenken. De context bepaalt wat nodig is en de kunst is om bij iedere stap uit te zoeken wat dat precies moet zijn.

Het begint bij jezelf
Op wie kun je dat beter toepassen dan op jezelf! Het valt mij ieder keer op hoe lastig we dat eigenlijk vinden. Ook tijdens de workshop. Nauwelijks werd er over de impact van ons eigen gedrag gesproken. Het is ook comfortabelere en veiliger om zaken buiten jezelf te plaatsen. Het vraagt wel wat lef om compleet eerlijk naar jezelf te zijn. Maar dat heeft wel een grote impact op een transformatie. Dus hoe staat het met jouw persoonlijke transformatie ten op zichtte van een maatschappelijk transities waar jij aan bijdraagt of wil bijdragen? (Voor de deelnemers van de workshop: waar zet jij jezelf neer op de s-curve en waarom is dat) Bijvoorbeeld. Ik ben mij (5%) bewust dat we iets moeten doen aan de opwarming van onze aarde. Als ik kijk naar mijn daadwerkelijke gedrag (95%) om hier echt ook iets aan te doen, dan weet ik zeker dat het veel beter kan. Waarom is dat? Die vraag moet ik eerst aan mijzelf stellen, voordat ik andere in beweging kan krijgen. Waar komt deze weerstand vandaan? Wat vind ik (onbewust) nog belangrijker dan het tegengaan van de opwarming van de aarde? Wat is nodig dat om dat zaadje van bereidheid nog meer te laten groeien?

Kies de ongemakkelijke weg met een uitweg
Een ding is haast zeker. Wanneer het pas echt ongemakkelijk wordt, wanneer we er haast aan onderdoor gaan, dan komen we in actie. Met elkaar. Maar de kans is groot dat het te laat is. Dus misschien moeten we kijken naar gedragsinterventies die onze ‘ongemakkelijke’ gevoelens versterken om het verloop van transities te beïnvloeden (als dat überhaupt kan). Als de interventies sterke emoties oproepen die inspelen op collectieve behoeftes worden wellicht ook sneller onze instincten aangesproken die voor een heel groot deel ons onbewuste gedrag bepalen. Dit instinct zorgt er dan weer voor dat ons bewustzijn vergroot wordt. Zoals ik al eerder beschreef is de bereidheid om ander gedrag te tonen ook afhankelijk van de voldoening dat het geeft. Mensen komen pas in beweging als ze een uitweg in hun ellende zien die past binnen hun mogelijkheden. De interventies die direct volgen op het creëren van het ongemak dienen dan ook een perspectief te bieden met oplossingen die te doen zijn.

Bouw de toekomst van het huis
Laten we dan op zoek gaan naar interventies die ons laten ervaren hoe de toekomst ‘aanvoelt’ over 10 jaar als we onvoldoende bereid geweest zijn om echt te transformeren. Met de huidige technieken die we nu hebben, moet dat wel lukken denk ik zo. Mijn advies is wellicht… Bouw niet het huis van de toekomst, maar bouw de toekomst van het huis! Ik stel mij graag beschikbaar als proefkonijn, want ook ik kan nog wel wat interventies gebruiken. Wie weet kan ik dan vervolgens zelf het huis van de toekomst bouwen. En voor de rest weet ik zeker dat de mensen van DRIFT hun uiterste best doen om hun kennis over het gedrag binnen transities te vergroten. Ik verwacht dan ook niet één antwoord, maar meerdere. Misschien staan sommige haaks op elkaar, maar dat doet het gedrag van mensen ook!

PS. Wil jij eens sparren welke gedragsinterventies te bedenken zijn om de mensen in beweging te krijgen richting jouw ideaal? Met een klein groepje ga ik hiermee aan de slag. Zodat je niet alleen profiteert van mijn kennis, maar ook die van anderen. Interesse? Stuur een mail naar maaike@makeyourmission.nl

Goed partnerschap begint met een gedeeld visueel verlangen

Reflectieverslag MakeYourMind Meeting Transitions 16 mei 2019

Het begint met een sterk verlangen naar een ideaal dat in jouw ogen absoluut haalbaar moet zijn. Een verlangen dat vraagt om een no-nonsens mentaliteit. Een mentaliteit die altijd drie stappen vooruit loopt. Het is een kwestie van doen en niet te veel nadenken. Of zoals de Rotterdammers het zeggen “niet lullen, maar poetsen”. Emile van Rinsum – directeur van het Rotterdams Milieucentrum laat zien dat het in de praktijk ook echt zo werkt. Zijn idee dat er een akker op het dak van zijn kantoorgebouw moest komen werd hierdoor werkelijkheid.

Een gelijkgestemd gevoel op de DakAkker
Donderdagochtend 16 mei vond op de DakAkker een zeer geslaagde MakeYourMind Meeting Transitions plaats. Onder een verkwikkende voorjaarszonnetje, omgeven door veel groen en bloemen, verzamelden de deelnemers zich op dit unieke dak in Rotterdam. De groep bestond uit 21 – door hun idealen gedreven – gelijkgestemden. Idealen die transities op gang brengen en gemeenschappelijke uitdagingen kennen. Een van de deelnemers verwoordde dit doeltreffend: “We delen een enthousiasme en een prettig soort optimistische drammerigheid voor een betere wereld.”

Van Brooklyn tot Rotterdam
Deze gedrevenheid kwam ook goed tot uiting tijdens het bevlogen verhaal van Emile van Rinsum over het ontstaan van de DakAkker. Zijn verlangen om een akker op het platte dak te beginnen ‘ontkiemde’ toen hij met veel bewondering zag dat er in een druk stedelijk gebied als Brooklyn een van de grootste dakboerderijen ter wereld was gerealiseerd. Geen veelal bekend sedumdak, maar een dak waar ‘geakkerd’ werd. Een dak waar groente, fruit en kruiden geteeld werden en die vervolgens lokaal verkocht. Een hotspot waar sociale en duurzame innovatie hand in hand gingen. Dát wilde hij ook. Hij zag het ook helemaal voor zich. Zijn verlangen voor het hebben van een eigen dakakker in Rotterdam werd – naast zijn persoonlijke drijfveren – ook gestimuleerd door zijn bestuurlijke rol bij het Rotterdams Milieucentrum. Het belang van dit centrum is om van Rotterdam een natuur – en milieuvriendelijke stad te maken. Een stad waar het goed, gezond en veilig wonen is!

Partners met verbeeldingskracht
Om zijn plannen daadwerkelijk te kunnen realiseren ging hij op zoek naar partners met gelijksoortige verlangens. Partners die er – net als hij  – in geloofden dat er binnen stedelijk gebied volop ruimte is voor meer groen waardoor een stad klimaatbestendiger, socialer en aantrekkelijker gemaakt kan worden. De meest voor de handliggende partner was architectenbureau ZUS (Zones Urbaines Sesibles) die onder hetzelfde dak gevestigd zijn. Dit bureau staat bekend om zijn progressieve stijl die zijn basis kent in de verbeeldingskracht van tegenstellingen. Hun projecten zijn altijd fundamenteel verankerd in de stad, het publieke domein en binnen de bestaande tradities van architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp. Dus een ‘boerderij op een dak midden in een stad’ paste volledig binnen hun filosofie. De architecten van ZUS hadden het plan van Emile van Rinsum dan ook perfect doorontwikkeld op papier. Bovendien waren de eigenaren van dit bureau ook de bedenkers en ontwerpers van De Luchtsingel. Later zou blijken hoe belangrijk dit initiatief was voor realisatie van de DakAkker.

Vakmanschap brengen
Op papier zag het er al uitnodigend uit. Maar hoe zat dat met de praktijk? Rob Luyk – bedrijfsleider van Binder Groenprojecten –  vertelde de deelnemers dat hij en zijn team graag die uitdaging aan wilden gaan. Bovendien zag Rob Luyk mooie raakvlakken met hun missie: “Duurzaam & integraal samenwerken in de keten met “groen” als product, middel en verbinder.” Door bij te dragen aan de realisatie van dit bijzondere innovatieve dak konden zij aan de buitenwereld laten zien dat er nog meer te bereiken viel met groene daken. Rob Luyk voelde zich ook persoonlijk aangetrokken tot deze kans, omdat hij als kind graag zelf groente verbouwde. Hij zag al voor zich hoe de DakAkker zou kunnen bijdragen aan de ‘groene vingers’ van kinderen in de stad. En zo ontstond gaandeweg een aaneenschakeling van betrokken partners die zich 100% wilden inzetten om de grootste dakboerderij in Nederland te realiseren. Het ging hen niet om wat ze konden ‘halen’ volgens Rob Luyk, maar wat ze aan waarde konden toevoegen met hun vakmanschap. De partners deelden hetzelfde verlangen om iets goed te doen voor de stad Rotterdam waardoor ruimte ontstond voor ieders belang. Dat zorgde voor een daadkrachtig en elkaar aanvullend partnerschap. De onderstaande waardencirkel, door Rob Luyk getoond aan de deelnemers, liet goed zien hoe de verschillende belangen en hieraan verbonden vakmanschap samen een groter verlangen dienden en meervoudige waarden creëerden.

De satellietverbinding zorgde voor de middelen
Het was natuurlijk fantastisch dat mensen bereid waren hun kostbare tijd te schenken en er daardoor een concreet plan op tafel lag. Alleen ontbrak het nog aan financiële middelen om het daadwerkelijk te realiseren. In 2011 organiseerde de gemeente Rotterdam het eerste stadsinitiatief om bestuurlijke vernieuwing en burgerparticipatie te stimuleren. De inwoners van Rotterdam werden opgeroepen om projecten in te dienen die o.a. de kwaliteit van leven in de stad zou verbeteren. Vanuit het stadsinitiatief werd een bedrag van 4 miljoen gereserveerd om het gekozen project te realiseren. Om een lang verhaal kort te maken. Vlak voor de deadline van de indiening van de projecten zocht Emile van Rinsum opnieuw het partnerschap op met ZUS en sloot hij zich met de DakAkker aan bij het initiatief De Luchtsingel. Met deze singel wilden de bedenkers (ZUS) Rotterdam Noord verbinden met Rotterdam Centrum om op die manier nieuw leven te brengen in een vergeten gebied. De DakAkker paste als ‘satellietverbinding en placemaking’ perfect binnen dit plan. Gelukkig maar, want De Luchtsingel werd verkozen tot het eerste stadsinitiatief.

Optimistische drammerigheid loont
Eindelijk was er het geld om het materiaal aan te schaffen. Dankzij de inzet van alle partners kon binnen twee weken de DakAkker ‘gebouwd’ worden. Emile van Rinsum en Rob Luyk herinneren zich dat deze dagen aanvoelden als kleinschalig festivalletje. Het beeld dat in hun hoofd zat, de bestemming die zij voor hun zagen, werd eindelijk werkelijkheid. Bovendien was dat ‘feestje’ niet onopgemerkt gebleven en kreeg de DakAkker na de opening de hele wereldpers op z’n dak. Rotterdam had er een nieuw icoon bij dankzij die optimistische drammerigheid.

Verschil in belang
Al 7 jaar bewijst de DakAkker een geweldige dienst voor de bewoners van de stad en draagt het bij aan de wereldwijde bekendheid van de stad. Alleen iets wat al 7 jaar veel publiek trekt, vraagt ook om dagelijks beheer en onderhoud. Volgens Emile van Rinsum is dat dit wellicht nog een grotere uitdaging dan de realisatie zelf. Zo zaten ze recentelijk met het probleem wie financieel verantwoordelijk was voor het groot onderhoud. De DakAkker is namelijk gerealiseerd op een ‘stukje (dak)grond’ van een gebouw (Het Schieblock) waar de gemeente Rotterdam vastgoedeigenaar van is. Kortom een unieke en een lastige kwestie die om een creatieve houding vroeg van de gemeente, omdat nog niet eerder een gebruikersovereenkomst voor een dak was opgesteld. Twee weken na deze MakeYourMind Meeting is het eindelijk gelukt en werd op zaterdag 1 juni het eerste dakcontract met de gemeente Rotterdam ondertekend. Emile van Rinsum en Rob Luyk zijn hier heel blij mee omdat het meer zekerheid biedt om verder te investeren maar ook omdat er nu één partij is waarmee afspraken gemaakt kunnen worden over het gebruik van de DakAkker. Opnieuw hebben beide heren laten zien hoe je vanuit een gedeeld verlangen (DakAkker behouden), verschillende belangen (wie draait voor de kosten op) en professioneel vakmanschap (ieder draagt bij aan de oplossing op basis van zijn of haar unieke persoonlijke rol/expertise) innovatief partnerschap creëert.

Het begint met de eindbestemming
Een van de deelnemers vatte het ontstaan van de DakAkker als volgt samen: “Je bouwt aan een brug terwijl je er overheen loopt.” 7 Jaar geleden was de brug klaar en daarna startte men pas met de routebeschrijving. Je zou de conclusie kunnen trekken dat je voorafgaand het bouwen van de brug je rekening houdt met de bewegwijzering. Maar leent pionieren zich daar eigenlijk wel voor? Want de DakAkker is een knap staaltje pionierswerk. Partners die bij willen dragen aan de realisatie van ambitieuze en nog niet eerder gerealiseerde ideeën inspireer je op basis van de verbeeldingskracht van de eindbestemming. Je appelleert aan een gemeenschappelijk verlangen. Emile van Rinsum vond in ZUS de partner die zijn idee visueel maakte. Dit zorgde er weer voor dat Rob Luyk raakvlakken zag met de visie die Binder heeft over een groene stad. Zo ontstond er partnerschap voor het leven. Op basis van beelden van de bestemming en niet op basis van procedures van de reis. Dus wellicht is het maar goed ook dat Emile van Rinsum begonnen is met zijn droom te visualiseren zonder te veel na te denken over alle mogelijke obstakels. Zoals hij dit mooi verwoorde: “eerst wilden we de DakAkker en toen zaten we ermee”.  Hadden hij en alle partners vooraf geweten wat hen nog allemaal te wachten stond, dan was de kans groot dat de DakAkker nooit was gerealiseerd.

Wie geen angst kent, kent zichzelf niet

Reflectieverslag MakeYourMind Meeting 23 oktober 2018
Bunde (Limburg)

Door Maaike Rotteveel, Mission Maker bij MakeYourMission

Hoe zou de wereld eruit zien zonder angst? Op basis van deze leefvraag gingen de deelnemers van de MakeYourMind Meeting met elkaar in gesprek. De groep kwam snel tot de conclusie dat de kans aannemelijk is dat de mensheid dan niet eens meer bestond. Angst is dus eigenlijk net zo noodzakelijk als liefde om ons voortbestaan te garanderen. En net als liefde heeft angst enorme impact op ons handelen. Want wie zegt dat hij of zij geen angst kent, kent zichzelf niet.

Tijdens de gesprekken tussen de deelnemers lag het voor de hand om eerst te praktische kanten van angst te bespreken. Als je oog in oog staat met een beer, weet je instinctief dat je in gevaar bent. Je bloeddruk stijgt, je hartslag gaat omhoog en bloed wordt onttrokken uit je organen en naar je spieren gestuurd zodat je gereed bent voor actie. Pupillen worden groter en gehoor wordt scherper, zodat je enorme focus krijgt. En je gaat zweten zodat je sneller afkoelt na actie. Allemaal fysieke verschijnselen die ons al eeuwenlang in leven houden.

Vervolgens kwam ter sprake dat angst naast instinctief ook een genetisch karakter kent. Want waarom is de ene persoon angstiger aangelegd dan de ander? Je hebt mensen die angst minder schuwen en daardoor in onze ogen heldhaftiger reageren op ‘gevaarlijke’ omstandigheden. Het lijkt net of zij geen angst kennen. Zij springen de berg af met enkel een parachute op hun rug. Daartegenover zijn er weer anderen die bij het horen van het woord vliegen al het zweet in hun handen van krijgen. En weet je? Dat is helemaal niet erg. Want ook dit zal vermoedelijk een natuurlijke oorzaak kennen. Om ons te beschermen tegen gevaar, had je mensen nodig die de strijd hiertegen aan durfden te gaan. Toch? En niet iedereen heeft het gevoel dat hij/zij iets mist in het leven wanneer hij/zij niet van de berg springt. Het zou anders wel erg druk zijn bovenop de top van de berg.

Daarnaast werd duidelijk dat angst ons ook iets heel belangrijks te vertellen heeft op persoonlijk vlak. Aan de deelnemers werd gevraagd om op papier te tekenen wat ze zouden doen wanneer er geen angst zou bestaan. Dit leidde tot een mooie collectie tekeningen met de prachtigste dromen. De een wilde gaan duiken, de andere wilde een wereldreis maken en weer een ander wilde balletdanseres worden. Kortom allemaal ambities die het leven van deze personen zouden verrijken. Want zou iemand überhaupt vliegangst hebben als hij of zij totaal geen interesse zou hebben in reizen?
Waarom hebben we dan toch zo’n angst om onze dromen te realiseren? Waarschijnlijk heeft dat te maken met datgene wat de mensheid zo uniek maakt. Wij denken namelijk dat we op basis van ervaringen uit het verleden een voorspelling kunnen maken van de toekomst. Dit is natuurlijk een prachtige gave die ons gebracht heeft waar we nu staan. Echter, deze virtuele werkelijkheid die wij in ons hoofd creëren, kan ons ook vertellen wat er allemaal mis kan gaan. Dit roept gevoelens van angst op en deze gevoelens willen we liever niet hebben. Dus kiezen we eerder voor vermijden dan ervaren.

Toch is het een fabel dat mensen die van een berg springen geen angst kennen. Om dit aan de deelnemers te tonen werd de MakeYourMind Meeting afgesloten met een filmpje hoe het is om van een berg te springen. De persoon in kwestie heeft een hartslag van 150 slagen per minuut vlak voordat hij gaat springen. Dus reken maar dat hij angst voelt. Maar wat zorgt er nu voor dat hij het toch doet? Het begon met het maken van een plan. Hij heeft alles tot in ieder detail voorbereid. Met iedere stap in het proces kreeg hij vertrouwen in zijn ‘vlucht’. Hij gebruikte zijn kracht om te visualiseren hoe de vlucht naar beneden zou gaan en raakte hierdoor vertrouwd met zijn angst. Het ergste moment voor hem was in het dal voordat hij de tocht naar boven ging maken. Toen begon de twijfel toe te slaan. Maar omdat hij zijn angsten tijdens zijn visualisaties al had ondervonden, kon hij deze erkennen en een plek geven. Op die manier liet hij zich hierdoor niet afleiden en kon hij zich focussen op zijn daadwerkelijke sprong. Hij genoot!

Angst is dus niet alleen een oeroud instinct dat ons waarschuwt voor gevaar, maar angst vertelt ons ook wat we echt belangrijk vinden. Als je er achter wilt komen wat jij echt wil in je leven, begin dan voor de verandering eens bij je angst. Het vertelt je wie je wilt zijn, waar je al heel lang van droomt en waar je nog in kunt groeien. En maak dan vervolgens een plan. Een plan dat bij jou past. Gebruik je kracht om het voor je te zien. Sta open voor de emoties die het allemaal bij je oproept. En realiseer je dat deze allemaal tot jouw denkbeeldige werkelijkheid horen. Zo kon een van de deelnemers helaas geen balletdanseres meer worden, maar was zich er nu wel van bewust dat zij haar artistieke dromen ook op andere manieren invulling kan geven. Haar angst is er nog wel en gelukkig maar. Want zo weten we zeker wanneer dingen echt belangrijk voor ons zijn.

 

Wil je ook een keer deelnemen aan een MakeYourMind Meeting? Je bent van harte welkom.
De eerstvolgende is op dinsdagavond 11 december in Maastricht op een hele bijzondere locatie. Namelijk de allerleukste speelgoed van Maastricht: Twinkel de kadowinkel
Meer weten? https://makeyourmission.nl/makeyourmind-meetings/

Link naar het filmpje “sense of flying”: https://www.youtube.com/watch?v=ER1PGYe9UZA