Welke knobbel heb jij?

Graag wil ik je laten kennismaken met mijn zeer goedaardige en liefhebbende knobbel. Schrik niet. Ik ben niet ziek. In tegendeel. Deze knobbel geeft mijn leven zin. Ik zou niet meer zonder kunnen.

Maar ooit dacht ik dat ik er geen had en dat had aardig wat impact. Zeker gedurende mijn schooltijd. Ik werd gezien als een kind zonder een reken- of taalknobbel. Maar ergens willen ze je wel in een hokje stoppen. Kind zonder knobbel. Daar moest ik het mee doen. Dus doe maar een jaartje over met als argument ze is nog te ‘kinderlijk’. Ahum. Als 10 jarige kon ik vaak, ten opzichte van leeftijdsgenootjes, moeiteloos kwebbelen met volwassenen. Maar ja, daar had je geen knobbel of hokje voor.

Oké. Ik moest mijzelf dus bewijzen. Gelukkig zat er in mij een bommetje wilskracht. Dus ik liet het er niet bij zitten. Met een advies voor de MAVO begon ik aan de middelbare school en eindigde ik de brugklas met een van de beste rapporten. Ik mocht van MAVO naar Atheneum. Hé, hoe kan dat nou? Ook dat past niet in een hokje. Ze waren even vergeten dat er kinderen zijn die anders zijn. Ik vergeef het ze hoor. Dat ik uiteindelijk examen HAVO deed was mijn eigen keuze. Ik wilde verpleegkundige worden. Daar had je scheikunde voor nodig. Gezien ik daar dus een ontbrekende knobbel voor had (volgens de lerares), wisselde ik van hokje. In de tussentijd had ik besloten geen verpleegkundige meer te worden. Goed. Als puber verander je nogal eens van richting. Alleen maar goed. Hoe dan ook. Ik liep vaak op mijn tenen, eiste een hoop van mijzelf en zwierf voortdurend tussen de hokjes.

Later, toen ik groot was. Mocht ik ‘zien’ dat ik toch echt wel een knobbel had. Een knobbel die mij dagelijks enorm veel plezier geeft, mij voorziet van een belegde boterham en mij iedere keer de mooiste gesprekken oplevert. Graag stel ik aan je voor: Mijn kwebbelknobbel.

Toen ik heel jong was kwebbelde ik er al op los. Voornamelijk in mijn eigen taal. Mijn vader dacht nog even dat ik niet goed kon horen. Maar blijkbaar maakte ik graag mijn eigen woorden. Dat doe ik trouwens nog steeds. 😊 Nu geef ik woorden aan het hart. En om daar te komen moet je aardig (wat) kunnen kwebbelen.

Dus. Ik pleit voor meer ruimte voor andere knobbels in het onderwijs, zodat er minder op tenen wordt gelopen en meer gezien wordt wie jij daadwerkelijk bent!

Welke knobbel heb jij?